Liefde, lust of verliefdheid?
Leiden, maandag 28 maart 2005
Mijn lieve Liefdescursisten,
Velen onder u kunnen nergens tegen. Een liefdesbrief die
op het juiste moment komt of in het geheel niet arriveert,
iemand die u charmant en bemoedigend aankijkt, en zeker allerhande
overrompelende gevoelens waarvoor u radeloos een naam zoekt,
u kunt het niet aan, u kunt er niet tegen. Wat heeft dit alles
toch te betekenen? Is het liefde? Misschien. Lust? Kan ook.
En de verliefdheid dan? Naturellement.
Het is te merken dat het lente is. Hormonen beheersen het
land en ik ontvang vele brieven van Cursisten die willen weten
waar ze staan, wat ze voelen en vooral hoe dat verder zal
gaan.
Er zijn zelfs Cursisten - u niet, hoor - die emotionele boekhouders
van het kleinzieligste soort zijn. Zij redeneren als volgt:
is het lust, dan moet het geblust. En vervolgens informeren
zij bij mij mij welke handelingen ik daarvoor geschikt acht.
Dan antwoord ik streng, dat een koude douche altijd goed werkt.
Er is niets tegen lust, op zich. Zelf lust ik graag bonbons.
Lust zonder liefde is niets. Een praline zonder vulling.
Smakeloos, au fond.
Ziezo. Dat is duidelijk. Nu wordt het moeilijker, want thans
zal ik u het verschil uitleggen tussen liefde en verliefdheid.
Voor de gevorderden in de romantiek is het
tout simple. Liefde vindt primair vervulling in zichzelf,
verliefdheid eist en verlangt een antwoord, een dialoog, een
wederzijdsheid.
Liefde voelen is geen braaf werk voor de moeder Theresa's
onder ons. U mag best een romance verlangen, verwachten zelfs,
eisen desnoods als haalt dat in de regel weinig uit. Wie zeker
weet liefde te voelen, lijkt als vanzelf naar het object van
die liefde. Die ander...
Altruïstische liefde is weinigen gegeven. U blijft mensch,
en daarenboven Liefdescursist. Het is daarom romantisch-technisch
praktischer om verder te gaan met het fenomeen verliefdheid.
Alors. U is verliefd. Of vreest dat te zijn. De ander
is steeds in uw gedachten, in uw dagdromen, in uw nachtdromen
zelfs. U ziet de ander op plaatsen waar die ander helemaal
niet is, niet kan zijn, en toch bloost u bij de aanblik van
uw hallucinatie.
Verder heeft u last van allerlei lichamelijke verschijnselen.
Dit verschilt per Cursist, zeg ik er nadrukkelijk bij. De
een lijkt meer levensenergie als ooit tevoren te hebben, en
doorkruist 's nachts de stad lopend over stoepranden. De ander
is een wrak, slaapt slecht, eet abnormaal en schrikt bij het
kijken in de spiegel. Hoe verschillend ook, een plotseling
fysiek afwijkend patroon en een voortdurende aanwezigheid
van een ander, duidt op verliefdheid.
In de psychiatrie noemt men zulks pathologisch. Een obsessie.
Ik niet. Voor moi maakt zulks deel uit van het dagelijks
bestaan, al was het alleen maar door de levensberichten van
haar Liefdescursisten. Hoe zouden de dagen zijn zonder verliefdheid?
Een koude rationele bedoening. Zeg nu zelf.
Het Leermoment van deze week moet u aanspreken: verliefdheid
is in zichzelf goed, wat anderen er ook van zeggen.
U begrijpt nu het verschil tussen lust, liefde en verliefdheid,
indien u tenminste goed heeft opgelet. Volgende week richt
de Liefdescursus zich weer op de romantische praktijk.
Verliefdheid gaat vaak samen met angst. De angst om iets
te zeggen, wat dan vast het verkeerde is, de angst om te zwijgen,
wat ook verkeerd is, de angst om erachter te komen of het
wederzijds is, en zo ja, wat dan en zo nee, wat dan? Verliefdheid
kan verlammen. En daar ga ik volgende week iets aan doen.
Op maandag
4 april komt u uit die liefdescoma dankzij moi,
uw Liefdesdocente,
Vilan van de
Loo
|